Sin! Da’s Spaans voor “zonder”, eh?
Chili!
Zonder vlees, dus inderdaad sin carne!
Hier gebruik ik ook geen vleesvervangers, geen Seitan, Soja, Tofu of Quorngehakt. Nope, enkel een handjevol rode linzen voor smaak, binding en textuur. Noem het gerust een bonenstoofpot als je dat liever hebt, maar voor mij is dit een zalige, echte chili.
Omdat ik ‘m best authentiek wou houden, moest ik dus erg pikante verse pepertjes vinden. Gelukkig is mijn favoriete Indische winkel, Shyam Food, niet veraf én hebben ze hele bakken vol verschillende pepertjes in hun koelkamer. Yes!
Het gemiddelde aanbod aan pikante pepers in onze Belgische supermarkten is trouwens beschamend sober, vind ik. Meestal hebben ze enkel kleine rode “Spaanse pepertjes”, waarvan je de echte naam zelfs niet op de verpakking vindt, met wat geluk aangevuld met een doosje gemengde (groene erbij) en één grotere, zachtere soort.
Sorry, maar da’s echt te weinig.
Er bestaan honderden soorten, van verschillende families, met erg uiteenlopende smaken.
En nee, pikant is niet overal hetzelfde…
Naast capsaïcine (de stof die de pepers pikant maakt) en een link naar paprika’s, hebben al die verschillende pepertjes maar weinig met elkaar gemeen. De ene smaakt aards en bitter, de andere naar azijn, nog eentje naar zongedroogde tomaat en een andere zelfs naar mango!
Voor een lekkere, gebalanceerde pot chili, gebruik je dus liefst verschillende soorten tegelijkertijd.
Als brede, fruitige basis nam ik een Jalapeño. Die heb je waarschijnlijk al wel een keer gegeten, bij de Tex-Mex of in het Mexicaanse restaurant, op een Taco. Donkergroen, tien centimeter lang en drie dik, niet erg scherp, wel lekker fris. Ideaal!
Voor de échte hitte heb je wel iets anders nodig. Gelukkig kwamen ook daar mijn Indische vrienden ter hulp gesneld, met deze fantastische pepers:
Adjuma!
Dankjewel, maar ik niesde niet, nee. Madame Jeanette en Adjuma zijn pepers met oorsprong in Suriname. De MJ’s altijd geel, de andere geel tot dieprood. Ze zijn ongeveer vier tot zes centimeter lang (zonder steeltje) en héél erg pikant!
Voor de kenners: 100.000 tot 350.000 scovilles, met uitschieters tot 500.000.
Voor de niet-kenners: die kleine Spaanse pepertjes van de supermarkt halen meestal de 30.000 niet op diezelfde schaal. Die jalapeño? Nja, ergens rond de 5.000, meestal. Erg mak dus.
Nu, ik had een bepaalde smaak in gedachten. Meerbepaald: een combinatie van pepersmaken, omdat elk van de soorten die ik heb/had op zichzelf niet brachten wat ik in mijn pot chili wou hebben.
Na wat nadenken, besloot ik deze te gebruiken:
- Adjuba, voor de sterke hitte en fruitige citrussmaak, die echter niet lang op je tong plakt
- Jalapeño, voor de groene-paprika-in-het-kwadraat-toets en de achtergrondhitte
- Sriracha hot sauce, voor het beetje zuur en de bredere, tomatige pikantheid
- Cayennepeper, voor de warmte die langer blijft hangen
Die laatste gebruik ik sowieso al vaak op ui, en ik twijfelde nog om eerder chilipoeder te gebruiken. Het enige chilipoeder in mijn kruidenkast is echter zelfgemaakt en geweldig heet, waardoor ik er niet genoeg van zou kunnen gebruiken om er ook smaak uit te halen. Volgende keer bij de Indiër toch maar eens een zakje meebrengen!
Chili maken
Ondanks mijn uiteenzetting hierboven, is zo’n pot chili maken best gemakkelijk. Dé ster zijn de bonen, dus hoef je geen resem aan aromaten te gebruiken. Geen wortel of selder, bijvoorbeeld, en niet teveel groene kruiden, want die maken je saus al gauw heel erg Italiaans. Nope, enkel ajuin, look en die laatste rode paprika uit mijn koelkast, da’s genoeg.
Qua kruiden heb ik een tip: overdrijf niet.
Een chili heeft komijn nodig, dus daar kan je moeilijk naast. Oregano gaat daar lekker bij, maar ook weer geen Italiaanse hoeveelheid, en peterselie gaat overal bij. Da’s eigenlijk alles, buiten het obligate zout en enkele draaien zwarte peper van de molen.
Ik zie één of andere TV-chef erg vaak zeggen dat hij, wanneer ‘ie chilipepertjes heeft gebruikt, géén peper van de molen meer toevoegt bij het afkruiden. Nja, sta me toe daar even helemaal niet mee akkoord te gaan…
Zwarte peper, vers van de pepermolen, voegt een compleet andere smaak toe dan chili’s. Eerder warmte dan pikantheid, met een hint van houtskool. Compleet anders, dus gebruik ik dat wél. Na! In India combineren ze trouwens erg vaak chilipoeder met zwarte peper (en een resem andere kruiden), en die zijn helemaal niet fout. Of wel soms, mister M.?
Olijfolie is nog zoiets wat ik hier absoluut niet zou gebruiken, die smaakt té sterk door. Nee, gewoon een klets arachide of andere neutrale plantaardige olie is goed genoeg.
De bonen dan!
Uit blik, omdat dat handig is. De vorige keer pakte ik gedroogde rode bonen, die ik eerst kookte in water met wat aromaten (uit, look, wortel, prei, laurier). Erg lekker zo, maar dat koken duurt makkelijk een paar uur extra, de hele nacht vooraf laten weken niet meegeteld.
Blikjes.
Mmhm.
Ik heb graag de smaak en kleur van rode bonen, maar ook de hartigheid van zwarte, dus nam ik ze allebei. Eerst even afspoelen en goed laten uitlekken in een vergiet of zeef.
Eerst maakte ik een pittige tomatensaus, erg eenvoudig!
- Pot op het vuur, olie erin
- Ui aanstoven met de cayennepeper
- Paprika en look erbij, tot die wat zachter worden
- Chilipepers en komijn erin
- Tomateren (ja, da’s een echte keukenterm) met puree
- Tomatenblokjes erin, gevolgd door bouillon
- Deksel erop en een dik halfuur laten sudderen
Zo, dat ging zo vlot, dat ik vergat foto’s te nemen. Oeps!
Soit, dat inkoken dient om de saus diepte en rijkheid te doen krijgen. Doe er vooral geen bonen in van bij het begin, die zijn namelijk al gaar uit de blikjes gekomen. Zodra de saus goed is, kan je ze er bijdoen. De resterende twintig kookminuutjes zijn genoeg om ze perfect op smaak te hebben.
Bijna klaar, makkelijk hé!
Om toch een klein beetje beet te hebben, voegde ik een handvol rode linzen toe. Die dingen moeten niet vooraf weken en zijn snel klaar, zeker als je ze niet platkookt. Voor mij hét ideale extraatje om de textuur van mijn pot chili perfect te krijgen. Omdat ze best wat zetmeel bevatten, zorgen ze ook voor een goede laatste binding in je saus. Ideaal!
Je zit het misschien op die foto, maar ik heb de saus hier nog redelijk vloeibaar gehouden. ’t is geen bolognese die we maken, ik wil echt nog best een vloeibare lepel extra saus kunnen scheppen op mijn bordje stoofbonen.
De peterselie en de Hot Sauce deed ik er ook hier pas bij, zodat hun smaken niet wegkoken.
Over dat wegkoken: ik merkte dat de Adjubapeper best wel veel van z’n scherpte verloren had, na al dat gepruttel. De smaak was erg aanwezig, de hitte ietsje minder. Volgende keer de zaadjes er misschien niet uithalen dan.
Na nog een tiental minuten is je chili helemaal klaar!
Omnomnom!
Het moeilijkste moet echter nog komen: afblijven!
Erg lastig, ik weet het… Het loont echter wel. Als je erin slaagt om die hele pot een nacht met rust te laten, zal ie de volgende dag nog veel lekkerder zijn, wanneer al die smaken zich rustig hebben kunnen vermengen.
Warm ‘m langzaam weer op, desnoods enkel de portie die je nodig hebt, en eet ‘m heet. Mijn bordje bevatte ook nog ovengebakken aardappelen, een goeie klets guacamole, een versnipperde lente-ui en nog extra blokjes vers gesneden Jalapeño.
Omdat ik daar zin in had, ja 😉
Zalig lekker, goed heet voor deze frisse dagen, en helemaal niet zoveel werk als het op het eerste zicht lijkt te zijn.
En: restjes!
Muahahahaa!
.
Vind je dit leuk? Volg VeGuru dan op facebook en instagram voor véél meer lekkers!
facebook.com/vegurudotbe
instagram.com/vegurudotbe
.
Prep Tijd | 10 minuten |
Kook Tijd | 100 minuten |
Porties |
4 kommen
|
- 50 gram droge rode linzen
- 1 blik rode bonen
- 1 blik zwarte bonen
- 1 blik tomatenblokjes
- 70 gram tomatenconcentraat (1 klein blikje)
- 1 grote rode paprika
- 2 uien
- 2 teentjes look
- 1/2 liter groentenbouillon (mag met blokjes gemaakt zijn)
- 2 el plantaardige olie (kies een neutrale olie, géén olijf)
- 1 Jalapeñopeper (of een klein groen Spaans pepertje)
- 1 Adjuma of Madame Jeanette peper (of twee hete rode Spaanse pepertjes; of méér, naar smaak)
- 1 el Sriracha Hot Sauce
- 1/4 tl cayennepeper
- 1 tl komijnpoeder
- 1 el gedroogde oregano
- 1 el gedroogde peterselie
- zwarte peper van de molen
- zout
Ingrediënten
|
- Giet beide blikken bonen in een zeef, spoel goed onder koud stromend water en laat uitlekken.
- Schil de uien en look, snij de ui in stukjes van een halve centimeter en snipper de look fijn.
- Snij de paprika open en verwijder de zaadjes, snij 'm dan in blokjes van een centimeter.
- Snij de Jalapeño in kleine blokjes, de zaadjes mogen erbij, die zijn niet sterk.
- Snij de Adjuba doormidden. De zaadjes moeten niet weg, tenzij je het gerecht ietsje zachter wilt houden. Versnipper heel fijn. (Gebruik hier best keukenhandschoentjes om je vingers te beschermen, zo vermijd je pijnlijke ogen of erger achteraf.)
- Zet een zware stoofpot op een middelmatig vuur en verhit hier twee eetlepels neutrale olie in.
- Doe de ui in de pot en bestrooi met de cayennepeper. Roer en bak even tot ze doorschijnend worden.
- Voeg de paprika en de look toe, roer en bak tot de ui licht bruin begint te kleuren.
- De hete pepers mogen er nu bij, net als het komijnpoeder. Roer om, maar laat niet te lang bakken. Eén minuut.
- Het tomatenconcentraat mag er nu bij. Laat ook een minuutje meebakken, zo gaat de rauwe smaak er uit.
- Voeg de tomatenblokjes en hun sap toe, net als de oregano. Roer om en laat vijf minuten pruttelen. Roer regelmatig.
- Giet de groentenbouillon bij in de pot en roer goed door elkaar. Zodra alles weer aan de kook is, mag het vuur op z'n laagst. Kruid alvast met wat verse peper van de molen en een beetje zout.
- Zet het deksel op de pot en laat de saus 40 minuten zacht koken. Kijk en roer elke tien minuten en giet eventueel een beetje water bij als ie te snel dik wordt.
- Haal het deksel van de pot, voeg de bonen toe en roer goed om. Laat ze tien minuten meestoven.
- Voeg nu de linzen toe en roer de chili goed om.
- Zodra de linzen erin zitten, voeg je de gedroogde peterselie en de Hot Sauce toe.
- De linzen hebben nog ongeveer tien minuten nodig om net beetgaar te worden. Proef dan best even om te zien of ze klaar zijn.
- Klaar!
- Voor het beste resultaat laat je de chili best een hele dag afgedekt opzij staan, eventueel in de koelkast. Zo ontwikkelen de smaken zich nog beter.
Ik diende de mijne op in een diep bord, bestrooid met gesnipperde lente-ui en extra blokjes Jalapeño, met ovengebakken aardappelen erbij. Nom!
Smakelijk!
G.
0 comments on “Chili sin carne”Add yours →